Zwanger

Verloskunde richt zich op het begeleiden van de zwangerschap, de bevalling en het kraambed. Het tijdig vaststellen van afwijkingen is een belangrijk doel, net als de zo goed mogelijke behandeling ervan. Samen met gynaecologie is verloskunde een erkend medisch specialisme.

Eerste of tweede lijn

In Nederland bestaat een bijzonder stelsel voor verloskunde. De zogenoemde ‘eerste lijn’ bestaat uit verloskundigen. Bent u zwanger en ‘gezond’, en verloopt de zwangerschap zonder bijzonderheden, dan kunt u thuis of eventueel in het ziekenhuis bevallen. De bevalling vindt plaats onder begeleiding van uw eigen verloskundige. 

De ‘tweede lijn’ bestaat uit gynaecologen en verloskundigen van het ziekenhuis. Zij begeleiden zwangere vrouwen met een medische indicatie. Die indicatie is vaak:

  • het gevolg van ziektes in de voorgeschiedenis
  • problemen bij een eerdere bevalling
  • of door problemen in de huidige zwangerschap.

De bevalling, maar ook de controles vinden dan plaats in het ziekenhuis. Tijdens de bevalling wordt u in de tweede lijn begeleid door een  verloskundige van het ziekenhuis, onder verantwoordelijkheid van een van de gynaecologen.

Zwangerschap

De “intake”  van de zwangerschap vindt plaats in de zogenoemde ‘eerste lijn’: uw verloskundige. Heeft u een medische indicatie, dan komt u onder behandeling van de gynaecoloog: de tweede lijn. Als de verloskundige tijdens de zwangerschapscontrole iets afwijkends constateert, kan hij of zij u doorverwijzen naar de gynaecoloog. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren bij een te hoge bloeddruk of als uw kind onvoldoende groeit.

Wat houdt een zwangerschapscontrole in?

De gynaecoloog en de verloskundige van het ziekenhuiscontroleren samen het verloop van uw zwangerschap. Tijdens de controle vraagt de arts naar hoe u zich voelt, hoe u uw zwangerschap beleeft en u wordt lichamelijk onderzocht. U kunt uiteraard uw vragen stellen.

De arts gaat bij elke controle de groei van de baarmoederna. Via de buik tast de arts de baarmoedermet de handen af. Daarnaast maakt de arts met regelmaat een echoscopie. Zo stelt hij/zij vast of uw kind voldoende groeit. In de laatste maanden van de zwangerschap onderzoekt de arts ook de ligging van uw kind. In de laatste weken gaat de arts na of het hoofd of eventueelde stuit (bij een stuitligging) van het kind indaalt in het bekken. De arts of verloskundige meet uw bloeddruk omdat u een verandering van uw bloeddruk meestal zelf niet merkt. Tegen het einde van de zwangerschap is het normaal dat de onderdruk wat hoger is. Een te hoge bloeddruk maakt vaak extra zorg voor moeder en kind noodzakelijk.

Hoe vaak controles?

Gebruikelijk is:

  • in de eerste helft van de zwangerschap: elke vier weken,
  • gevolgd door een periode van: elke drie weken,
  • daarna: elke twee weken.
  • In de laatste weken: wekelijks

Afhankelijk van uw persoonlijke situatie kunnen er minder of meer controles worden afgesproken. Bij iedere controle krijgt u een vervolgafspraak mee.

Bevalling

Als u tijdens de zwangerschap onder controle van de gynaecoloog komt, bevalt u ook in het ziekenhuis. U wordt tijdens uw bevalling begeleid door een van de verloskundigen van het ziekenhuis,  onder verantwoordelijkheid van een van de gynaecologen. Dat noemen we ‘op medische indicatie’.

Na de bevalling

Nadat u het ziekenhuis verlaten hebt, neemt de eerstelijns verloskundige de kraamzorg en –controles weer over. Soms verblijft u de gehele kraamperiode in het ziekenhuis, dit is afhankelijk van uw eigen conditie of die van het pasgeboren kind.

Derdelijns zwangerschapszorg

Naast de eerste en tweede lijn bestaat er ook nog een derde lijn: dit zijn academische centra of klinieken. Zwangeren met gecompliceerde of heel specifieke problemen, waar speciale zorg voor nodig is, worden hiernaar doorverwezen. 

Meer informatie

terug naar zwangerschap

Contactgegevens gyn def.JPG

Wel of geen prik tegen corona tijdens de zwangerschap

Qocon_aangesloten_bij.png