
De patholoog onderzoekt of er afwijkingen in weefsels of cellen van patiënten voorkomen. Hij maakt daarbij gebruik van verschillende microscopische technieken. Het doel van het onderzoek is om de aard van de afwijking vast te stellen en een uitspraak te doen over de ernst van het ziekteproces. Het onderzoek kan enkele dagen in beslag nemen.
De patholoog onderzoekt materialen verkregen door:
- Uitstrijkjes van de baarmoederhals
- Puncties van bijvoorbeeld schildklier of lymfeklier
- Weefsel van bijvoorbeeld huid, maag, borst of darm
- Operatiestukken, bijvoorbeeld verwijderde huidknobbel, darmtumor of borsttumor
Bovendien verricht de patholoog 'snelonderzoek' tijdens operaties en onderzoek na de dood zoals obductie.
Contact
Een medisch specialist uit het ziekenhuis vraagt een patholoog in consult om materiaal te onderzoeken. U heeft als patiënt over het algemeen geen rechtstreeks contact met het pathologisch-anatomisch laboratorium. Patiënten krijgen uitslagen van onderzoeken van hun behandelend arts.