
Onderzoek heeft aangetoond dat er bij u een steen aanwezig is in de urineleider (ureter). De ureter is een buis die urine afvoert van de nier naar de blaas. Een klein steentje in de ureter plast u vanzelf uit. Bij een grotere steen die vast blijft zitten, kan een ingreep nodig zijn zoals het vergruizen van de steen of het verwijderen van de steen door een operatie. De uroloog kan ook in overleg met u kiezen voor een ureteroscopie vanwege:
Bij een ureteroscopie brengt de uroloog een dun hol buisje (de ureteroscoop) via de plasbuis en blaas in de urineleider. Wanneer de ureteroscoop op de plaats van de steen is, verwijdert de uroloog de steen via de holle buis met behulp van een speciaal instrument.
De ureteroscopie vindt meestal plaats onder algehele narcose, soms onder regionale verdoving. Meer informatie over narcose, verdoving en nuchter zijn leest u in de folders anesthesie en nuchterbeleid volwassenen vanaf 16 jaar. Voor deze ingreep wordt u
enkele dagen opgenomen.
Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Meld dit dan van te voren aan de uroloog. In overleg met de uroloog stopt u geruime tijd voor de operatie met deze medicijnen.
Vaak wordt er nog een röntgenfoto van de buik gemaakt om de plaats van de steen vast te stellen.
U wordt onder narcose gebracht of krijgt een regionale verdoving. U ligt op de rug met opgetrokken benen (in de beensteunen), zodat de uroloog via de plasbuis de blaas kan inspecteren. De uroloog geleidt de ureteroscoop via de plasbuis en blaas door de afvoeropening van de ureter in de blaaswand tot in de urineleider. De ureteroscoop wordt voortdurend met spoelvloeistof doorstroomd, wat voor verwijding van de ureter zorgt. De uroloog kan het instrument daardoor opschuiven tot op de steen. Soms is het mogelijk de steen met behulp van speciale instrumenten (paktangetje, korfje) vast te pakken en geheel te verwijderen. Het kan zijn dat de steen eerst verkleind moet worden, meestal met trillingen uit een speciaal apparaat. Daarna worden de kleine deeltjes van de steen verwijderd. Over het algemeen wordt tijdens de operatie röntgendoorlichting gebruikt en soms wordt ook contrastmateriaal ingespoten om de urineleider en steen af te beelden. Na het verwijderen van de steen(deeltjes) wordt soms een dun slangetje achtergelaten in de urineleider voor de afvloed van urine en om kolieken te voorkomen. Meestal wordt ook een blaaskatheter geplaatst, een dun slangetje vanuit de blaas tot buiten het lichaam.
Om te controleren of alle steenfragmenten zijn verwijderd wordt vaak na de operatie een röntgenfoto gemaakt. Daarna worden de slangetjes die in het lichaam zijn achtergebleven, verwijderd. Wanneer u voldoende hersteld bent mag u het ziekenhuis verlaten.
Na deze ingreep kunt u nog last hebben van:
Neem contact op met het ziekenhuis als binnen veertien dagen na de operatie:
Volgens afspraak komt u voor controle op de polikliniek urologie. De uroloog zal dan meestal een echografisch onderzoek van de nier laten doen om vast te stellen of er nog sprake is van stuwing in de nier. Het is ook mogelijk dat er een röntgenfoto van de buik wordt gemaakt om het resultaat van de operatie te beoordelen.
Heeft u nog vragen? Stel ze gerust aan de uroloog, assistente of urologieverpleegkundige.
De poliklinieken urologie zijn te bereiken tijdens kantooruren op telefoonnummer: 088 - 70 68 272.
Buiten kantooruren kunt u bij problemen contact opnemen met de spoedeisende hulp:
De urologieverpleegkundigen zijn te bereiken tijdens kantooruren op telefoonnummer:
088 - 70 68 272.
E-mail: urologie.verpleegkundigen@bravis.nl
03/23