
U heeft een afspraak voor een onderzoek van de bloedvaten. In deze folder staan verschillende vaatonderzoeken beschreven. Met een vaatonderzoek kijken we of uw bloedvaten goed doorgankelijk zijn en of ze goed functioneren. U hoeft naast deze pagina alleen de informatie bij het voor u aangevraagde onderzoek door te lezen.
Om het vaatonderzoek goed uit te kunnen voeren, vragen wij u het volgende:
U vindt de functieafdeling van het Bravis ziekenhuis:
U vindt op uw afsprakenbrief/mail de locatie en adresgegevens waar uw afspraak plaatsvindt.
Wij verwachten dat u op tijd aanwezig bent. Bent u verhinderd? Geef dit dan op tijd door tijdens kantooruren aan polikliniek chirurgie:
De vaatlaborant mag de resultaten van het onderzoek niet met u bespreken. De uitslag van het onderzoek krijgt u van de behandelend specialist bij uw eerstvolgende poliklinische controle. Bent u opgenomen? Dan krijgt u de uitslag tijdens uw verblijf in het ziekenhuis.
O 1. Doppler bloeddrukmeting van de benen
O 2. Doppler bloeddrukmeting van de armen
O 3. Duplex van de halsvaten
O 4. Duplex van de slagaderen in de buik
O 5. Duplex van de slagaderen in de benen
O 6. Duplex van de aderen in de benen
O 7. Duplex van de slagaderen en/of aderen in de armen
Heeft u nog vragen? Stel ze dan gerust. Tijdens kantooruren is polikliniek chirurgie te bereiken op telefoonnummer:
in rust of na looptest
Voorbereiding (zie algemene voorbereiding)
Om het onderzoek goed uit te kunnen voeren, vragen wij u het volgende:
Krijgt u dagelijks nieuwe zwachtels of schoon verband om de benen? Neemt u dan contact op met de instantie die dit bij u komt doen. Zij kunnen deze dan na het onderzoek bij u thuis opnieuw aanbrengen. Heeft u aansluitend aan het onderzoek een afspraak bij de specialist in het ziekenhuis? Breng dan de steunkousen en/of zwachtels mee naar het ziekenhuis.
Het onderzoek
In rust
De vaatlaborant vraagt u uw benen, voeten en armen bloot te maken. Tijdens het onderzoek ligt u op uw rug op een onderzoekstafel. Het is belangrijk dat u tijdens het onderzoek ontspannen en rustig blijft liggen en niet praat. U krijgt om uw armen en enkels een bloeddrukband. De vaatlaborant meet met behulp van een apparaatje (probe) met gel de bloeddoorstroming in uw armen, liezen en enkels. De probe zendt geluid uit en vangt geluid op. Het opgevangen geluid is hoorbaar tijdens het onderzoek. De vaatlaborant meet ook de bloeddruk aan uw armen en enkels met een opblaasbare bloeddrukband. Het oppompen kan een drukkend gevoel geven rond de arm of enkel. Tot slot meet de vaatlaborant de bloeddoorstroming van uw tenen. U krijgt dan een bloeddrukbandje rond de tenen en een knijpertje op de tenen. Het onderzoek in rust duurt ongeveer 20 minuten.
Na het onderzoek kunt u uw normale bezigheden weer hervatten.
Na looptest
Het onderzoek kan aangevuld worden met een bloeddrukmeting na een looptest.
De vaatlaborant vraagt u dan plaats te nemen op een loopband. Zij stelt de loopband in op een bepaalde snelheid en helling. U loopt maximaal vijf minuten. De inspanning is bedoeld om mogelijke klachten op te wekken en vast te leggen. Na de inspanning neemt u zo snel mogelijk weer plaats op het onderzoeksbed, waarna de vaatlaborant de bloeddruk aan uw arm en enkels meet. Het onderzoek met looptest duurt ongeveer 35 minuten.
Voorbereiding (zie algemene voorbereiding)
Om het onderzoek goed uit te kunnen voeren, vragen wij u het volgende:
Het onderzoek
De vaatlaborant vraagt u uw armen en hals bloot te maken. Tijdens het onderzoek ligt u op uw rug op een onderzoekstafel. Het is belangrijk dat u tijdens het onderzoek ontspannen en rustig blijft liggen en niet praat. De vaatlaborant brengt bloeddrukbanden om uw boven- en onderarmen aan. De vaatlaborant meet met behulp van een apparaatje (probe) met gel de bloeddoorstroming in uw hals, boven- en onderarm. De probe zendt geluid uit en vangt geluid op. Het opgevangen geluid is hoorbaar tijdens het onderzoek. De vaatlaborant meet ook de bloeddruk in uw boven- en onderarmen met een opblaasbare bloeddrukband. Het oppompen kan een drukkend gevoel geven rond de arm. Vervolgens meet de vaatlaborant de bloeddoorstroming in de vingers. U krijgt een bloeddrukbandje rond de vingers en een knijpertje op de vingers. De vaatlaborant kan u vragen om de armen in een bepaalde stand te houden. Het onderzoek duurt ongeveer 30 minuten. Na het onderzoek kunt u uw normale bezigheden weer hervatten.
Voorbereiding (zie algemene voorbereiding)
Om het onderzoek goed uit te kunnen voeren, vragen wij u het volgende:
Het onderzoek
De vaatlaborant zal u vragen uw hals bloot te maken. Tijdens het onderzoek ligt u op uw rug op een onderzoekstafel. Het is belangrijk dat u tijdens het onderzoek ontspannen en rustig blijft liggen en niet praat. Om goed contact te maken met de huid brengt de vaatlaborant gel op uw hals aan. Dit kan koud aanvoelen. Vervolgens beweegt de vaatlaborant met een apparaatje (transducer) over uw hals heen om de bloedvaten zichtbaar te maken. Het apparaatje zendt geluidsgolven uit en vangt ze op. Bij het meten van de bloeddoorstroming zijn de opgevangen signalen hoorbaar. Ongeacht de klachten, onderzoekt de vaatlaborant altijd beide kanten van de hals. Kom na het onderzoek voorzichtig overeind. U kunt duizelig zijn. Het onderzoek is pijnloos en duurt ongeveer 30 minuten. Na het onderzoek kunt u uw normale bezigheden weer hervatten.
Voorbereiding (zie algemene voorbereiding)
Het onderzoek
De vaatlaborant vraagt u uw buik bloot te maken. Tijdens het onderzoek ligt u op uw rug op een onderzoekstafel. Het is belangrijk dat u tijdens het onderzoek ontspannen en rustig blijft liggen en niet praat. Om goed contact te maken met de huid brengt de vaatlaborant gel op uw buik aan. Dit kan koud aanvoelen. Vervolgens beweegt de vaatlaborant met een apparaatje (transducer) over uw buik heen om de bloedvaten zichtbaar te maken. Als de bloedvaten diep liggen kan het nodig zijn om druk op de buik uit te oefenen, wat vervelend kan aanvoelen. Het apparaatje zendt geluidsgolven uit en vangt ze op. Bij het meten van de bloeddoorstroming zijn de opgevangen signalen hoorbaar.
Het onderzoek duurt ongeveer 30 minuten. Na het onderzoek kunt u uw normale bezigheden weer hervatten. Het onderzoek wordt eventueel uitgebreid met het onderzoek van de benen (zie Duplex van de slagaderen in de benen).
Voorbereiding (zie algemene voorbereiding)
Om het onderzoek goed uit te kunnen voeren, vragen wij u het volgende:
Krijgt u dagelijks nieuwe zwachtels of schoon verband om de benen? Neemt u dan contact op met de instantie die dit bij u komt doen. Zij kunnen deze dan na het onderzoek bij u thuis opnieuw aanbrengen. Heeft u aansluitend aan het onderzoek een afspraak bij de specialist in het ziekenhuis? Breng dan de steunkousen en/of zwachtels mee naar het ziekenhuis.
Het onderzoek
De vaatlaborant zal u vragen uw benen bloot te maken. Tijdens het onderzoek ligt u afwisselend op uw rug, buik of zij, op een onderzoekstafel. Het is belangrijk dat u tijdens het onderzoek ontspannen en rustig blijft liggen.
Om goed contact te maken met de huid brengt de vaatlaborant gel op uw benen aan. Dit kan koud aanvoelen. Vervolgens beweegt de vaatlaborant met een apparaatje (transducer) over uw benen heen om de bloedvaten zichtbaar te maken. Het apparaatje zendt geluidsgolven uit en vangt ze op. Bij het meten van de bloeddoorstroming zijn de opgevangen signalen hoorbaar. Het onderzoek is pijnloos en duurt ongeveer 30 minuten. Na het onderzoek kunt u uw normale bezigheden weer hervatten.
Voorbereiding (zie algemene voorbereiding)
Om het onderzoek goed uit te kunnen voeren, vragen wij u het volgende:
Krijgt u dagelijks nieuwe zwachtels of schoon verband om de benen? Neemt u dan contact op met de instantie die dit bij u komt doen. Zij kunnen deze dan na het onderzoek bij u thuis opnieuw aanbrengen. Heeft u aansluitend aan het onderzoek een afspraak bij de specialist in het ziekenhuis? Breng dan de steunkousen en/of zwachtels mee naar het ziekenhuis.
Het onderzoek
De vaatlaborant zal u vragen uw benen bloot te maken. Tijdens het onderzoek staat u vrijwel rechtop op een kantelbare onderzoekstafel. Voor uw eigen veiligheid maakt de vaatlaborant u mogelijk aan de onderzoekstafel vast met een fixatieband. Afhankelijk van de aanvraag onderzoekt zij een of beide benen. Om de functie van de kleppen in de aderen te testen krijgt u bloeddrukband rond het been, de vaatlaborant pompt deze band gedurende het onderzoek meerdere malen op. Het oppompen kan een drukkend gevoel geven rond het been. Om goed contact te maken met de huid brengt de vaatlaborant gel aan op uw benen.
Dit kan koud aanvoelen.
Vervolgens beweegt de vaatlaborant met een apparaatje (transducer) over uw benen heen om de bloedvaten zichtbaar te maken. Het apparaatje zendt geluidsgolven uit en vangt ze op. Bij het meten van de bloeddoorstroming zijn de opgevangen signalen hoorbaar.
Eerst onderzoekt de vaatlaborant de voorzijde van het gehele been/benen vanuit de lies, daarna onderzoekt zij de achterzijde van het been/benen vanaf de kniespleet tot aan de enkel. Hiervoor draait u zich om op de onderzoekstafel of u gaat op de onderzoekstafel zitten. Tijdens het onderzoek duwt de vaatlaborant met de transducer op uw bloedvaten, dit kan met name in de lies gevoelig zijn. Het onderzoek duurt ongeveer 20 minuten per been. Na het onderzoek kunt u uw normale bezigheden weer hervatten.
Voorbereiding (zie algemene voorbereiding)
Het onderzoek
De vaatlaborant zal u vragen uw hals en armen bloot te maken. Tijdens het onderzoek ligt u op uw rug of zit u op een onderzoekstafel. Het is belangrijk dat u tijdens het onderzoek ontspannen en rustig blijft liggen en zitten.
Om goed contact te maken met de huid brengt de vaatlaborant gel op uw armen aan. Dit kan koud aanvoelen. Vervolgens beweegt de vaatlaborant met een apparaatje (transducer) over uw armen heen om de bloedvaten zichtbaar te maken. Het apparaatje zendt geluidsgolven uit en vangt ze op. Bij het meten van de bloeddoorstroming zijn de opgevangen signalen hoorbaar.
Afhankelijk van de aanvraag door de specialist wordt het onderzoek op één van de volgende manieren uitgebreid:
Onderzoek slagaderen
Als aanvulling op het onderzoek van de slagaderen kan de vaatlaborant tijdens het onderzoek vragen om enkele houdingen met uw armen aan te nemen.
Dit onderzoek duurt ongeveer 20 minuten per arm. Na het onderzoek kunt u uw normale bezigheden weer hervatten.
Onderzoek aderen
Bij het onderzoek van de aderen knijpt de vaatlaborant zachtjes in uw armen om de
bloedstroom te activeren. Dit onderzoek duurt ongeveer 15 minuten per arm.
Na het onderzoek kunt u uw normale bezigheden weer hervatten.
Onderzoek pré-shunt
Met dit onderzoek kijken we of uw bloedvaten geschikt zijn voor het aanleggen van een shunt. Dit is een verbinding tussen een slagader en een ader. Tijdens een gedeelte van het onderzoek krijgt u een strakke bloeddrukband om de bovenarm.
Dit onderzoek duurt ongeveer 45 minuten per arm. Na het onderzoek kunt u uw normale bezigheden weer hervatten.
05/20