
U bent door uw behandelend arts verwezen voor een plaatsing van een PEG-sonde.
U krijgt een PEG-sonde, omdat u niet meer goed zelfstandig kan eten en/of drinken via de mond. De plaatsing van de PEG-sonde wordt gedaan door een MDL (Maag-Darm-Lever) arts, internist of endoscopist. In deze folder vindt u informatie over de gang van zaken rond het plaatsen van de PEG-sonde. Deze ingreep wordt uitgevoerd op het scopiecentrum locatie Roosendaal of op locatie Bergen op Zoom van het Bravis ziekenhuis.
Een PEG (Percutane Endoscopische Gastrotosmie) is een techniek om een sondeslang in de maag te leggen via de buikwand. Percutaan betekent door de huid. Endoscopie is een inwendig onderzoek van het maagdarmstelsel met behulp van een soepele en bestuurbare slang. Gastrostomie is letterlijk de uitmonding (stoma) van de maag (gaster). Via een klein plastic slangetje dat van buitenaf rechtstreeks in de maag wordt gebracht, wordt de dagelijkse voeding in de vorm van sondevoeding toegediend. Het uiteinde van de PEG-sonde is voorzien van een afsluitbaar toedieningssysteem.
Het is belangrijk dat het lichaam voldoende voedingsstoffen, vocht en eventueel medicijnen binnenkrijgt voor een optimale conditie. Als dat onvoldoende lukt via de mond dan kan de benodigde voeding, vocht en eventuele medicijnen via de PEG-sonde in de maag worden toegediend.
Bloedverdunners
Als u bloedverdunners gebruikt, dient u dit tijdens uw afspraak op het spreekuur aan te geven. Tijdens dat spreekuur krijgt u te horen of het nodig is uw bloedverdunners tijdelijk te stoppen en vanaf welke periode. Wanneer u bloedverdunnende medicijnen gebruikt, overleg dan altijd met uw behandelend arts over stoppen, overbruggingstherapie en INR controle.
Diabetes mellitus (suikerziekte)
Indien u diabeet bent, dient u contact op te nemen met uw diabetesverpleegkundige of behandelend arts voor aanvang van de voorbereiding (dieet) om te overleggen of u de hoeveelheid insuline of andere diabetesmedicatie (tijdelijk) moet aanpassen. Graag op de dag van het onderzoek uw diabetesmedicatie meenemen naar het ziekenhuis. Let op: Bepaal tijdens de voorbereiding frequent uw bloedglucosewaarden.
De plaatsing PEG-sonde kan alleen plaatsvinden als u de uren ervoor nuchter bent gebleven. Dit is zeer belangrijk om te voorkomen dat tijdens het onderzoek inhoud van uw maag via uw slokdarm in de luchtpijp en zo in uw longen terechtkomt. Het nuchter zijn houdt in:
Op de dag van de ingreep wordt u opgenomen op het scopiecentrum of op een verpleegafdeling. U krijgt voor de plaatsing van de PEG-sonde een infuus en indien nodig wordt de INR (stollingswaarde van het bloed) bepaald.
Een verpleegkundige begeleidt u vóór, tijdens en na het onderzoek. U wordt in het bed naar de onderzoekskamer gereden. U krijgt een knijper op uw vinger om het zuurstofgehalte en uw hartslag te meten en er wordt een bloeddrukband geplaatst. Vlak voor het onderzoek komt het endoscopieteam (endoscopist en endoscopieverpleegkundigen) samen om aan de hand van een lijst een aantal gegevens van u te controleren, dit heet een time-out procedure. Tijdens het onderzoek ligt u op uw rug met het hoofd naar links gedraaid. De arts dient het roesje toe via de infuusnaald en u krijgt een mondstukje in de mond geplaatst. De endoscoop wordt voorzichtig ingebracht via de mond naar de slokdarm en de maag. Het inbrengen van de endoscoop is voor veel mensen niet prettig en kan kokhalzen veroorzaken. Pijn doet het echter niet. Er blijft genoeg ruimte in de keelholte over om normaal te kunnen blijven ademhalen. Als de endoscoop in de maag is, zal de arts de huid van de buik plaatselijk verdoven. Met een naald prikt de arts via de buikwand de maag aan en brengt vervolgens de PEG-sonde in. De PEG-sonde komt met twee schijfvormige plaatjes, één aan de binnenkant en één aan de buitenkant, stevig tegen de buik te liggen. U voelt alleen wat druk op de buik. Op deze manier worden de maagwand en buikwand goed tegen elkaar gedrukt. De ingreep duurt ongeveer 15 tot 20 minuten.
U verblijft nog vijf kwartier op het scopiecentrum ter observatie.
Het kan zijn dat uw keel na het onderzoek wat gevoelig aanvoelt.
Zeker de eerste week na het inbrengen is het belangrijk dat alle wanden goed tegen elkaar gehouden worden, zodat er een stevig fistel (doorgang) gevormd wordt. Daarom legt men het uitwendige plaatje enigszins strak tegen de buikwand aan. Douchen of een bad nemen mag nog niet. Eerst moet de fistel (doorgang) tussen maag- en buikwand gevormd zijn.
Het is erg belangrijk dat het stomagebied na de periode van acht dagen, dagelijks goed wordt schoongehouden.
Daarvoor gelden de volgende regels:
De samentrekking van de maag kan soms vat krijgen op het plaatje en het mee naar binnen trekken. Hiervan is bijna zeker sprake wanneer u opeens gaat spugen. U merkt dit dan ook doordat het slangetje korter is geworden. Bij extreme veranderingen kunt u de MDL-verpleegkundige bellen.
Als de PEG-sonde bij u is ingebracht, kunt u meestal na vier tot zes uur met sondevoeding beginnen. Uw behandelend arts en diëtiste bepalen echter het exacte tijdstip. Omdat uw lichaam aan de sondevoeding moet wennen, is het raadzaam om rustig met de voeding te beginnen.
Voor en na elke voeding dient u de PEG-sonde door te spoelen met 30 of 50 ml handwarm water. Medicijnen altijd apart toedienen, nooit tegelijk met de voeding. Bespreek met de apotheek of de medicatie door de sonde kan. Ingebrachte PEG-sondes die niet of niet meer voor voeden gebruikt worden drie of vier maal per dag doorspoelen met 20 ml water.
Dit gebeurt bijna nooit. U moet heel erg hard trekken om de PEG-sonde kapot te maken. Het is wel van belang om te weten wat te doen indien het gebeurt. Neem dan meteen contact op met uw behandelend arts of MDL-verpleegkundige. Wanneer het ‘s nachts of in het weekend gebeurt, kunt u via de huisarts contact opnemen met het ziekenhuis. Een tijdelijke vervangsonde moet voorkomen dat het stomakanaal dichtgroeit. Vaak gebeurt dit met een blaaskatheter; dit is om de fistelgang open te houden, niet om te voeden.
Complicaties doen zich zelden voor. Krijgt u toch ernstige maagpijn, bloedverlies of koorts?
Neem dan direct contact op met het scopiecentrum, tel: 088-70 68 450.
Buiten kantooruren kan u ons bereiken via:
Taalbarrière
Als er sprake is van een (te verwachten) taalbarrière, gaan wij ervan uit dat de patiënt zelf zorgt voor de oplossing van dit probleem.
Pacemaker of ICD
Heeft u een ICD-kastje of een pacemaker? Meld dit dan aan uw behandelende arts.
Zwangerschap
Bent u (mogelijk) zwanger? Meld dit vooraf aan uw behandelende arts.
Neurostimulator
Heeft u een neurostimulator? Dan dient u de afstandbediening hiervoor mee te nemen naar het onderzoek. Het kan zijn dat het voor het onderzoek nodig is om deze even stop te zetten.
CPAP-apparaat
Gebruikt u tijdens de slaap een CPAP-apparaat? Neem dit apparaat dan mee naar het ziekenhuis.
Stoma
Indien u een stoma heeft graag de benodigde verzorgingsmaterialen meenemen.
Bent u verhinderd op het moment van de afspraak?
Geef dit dan zo spoedig mogelijk (uiterlijk 24 uur van tevoren) door aan het secretariaat van het scopiecentrum, tijdens kantooruren bereikbaar op tel: 088 - 70 68 450.
Er kan dan iemand anders in uw plaats komen. U kunt dan meteen een nieuwe afspraak maken.
De organisatie van het ziekenhuis kan altijd beter. Uw suggesties zijn dan ook van harte welkom op het Patiënten Service Bureau. Ook kan het voorkomen dat u niet helemaal tevreden bent over de manier waarop u in ons ziekenhuis behandeld bent. Bespreek dit in eerste plaats met degene die u daarvoor verantwoordelijk acht, bijvoorbeeld de arts, het hoofd van de afdeling of een verpleegkundige.
Lost dit gesprek uw probleem niet op dan kunt u contact opnemen met het Patiënten Service Bureau. Het ziekenhuis beschikt namelijk over meerdere procedures voor de correcte afhandeling van klachten. Het Patiënten Service Bureau kan u daarbij helpen.
07/20