
We schrijven over “hij/hem/zijn” als we het over de baby hebben. Heb je een dochter gekregen of een meerling lees dan “zij/haar” of “zij/hun”.
Je baby is te vroeg geboren en krijgt flesvoeding (eventueel in combinatie met borstvoeding en/of sondevoeding)
De coördinatie van ademen-zuigen-slikken ontwikkelt zich als je baby ongeveer 34 weken is.
Je baby moet daarna leren drinken en ademen tegelijk.
Je baby heeft 3 voedingsreflexen:
- Zoekreflex (routing):
Als je je baby aanraakt bij zijn mond of op zijn wang, draait hij zijn hoofdje naar die aanraking toe. Zijn mond gaat ver open en hij steekt zijn tong iets uit. Zijn hoofdje gaat daarbij iets naar voren. Als je hem met de speen op deze plaatsen aanraakt, zal hij dus met wijd open mondje naar de speen toedraaien en kan hij doordat zijn tong iets is uitgestoken, direct op de goede manier de speen in zijn mond nemen. Je baby is dan “voedingsbereid”
- Zuigreflex:
Als je baby de speen voldoende in zijn mond heeft genomen, prikkelt dat zijn gehemelte waardoor de zuigreflex optreedt. Zijn onderkaak en tong gaan ritmisch bewegen. Door een samenspel van zijn tong, kaken en lippen ontstaat een vacuüm rondom de speen. Telkens wanneer de onderkaak van je baby naar beneden gaat, stroomt er daardoor melk uit de speen. Echt zuigen hoeft je baby dus niet te doen.
- Slikreflex
Als de melk in de mond van je baby stroomt, treedt de slikreflex op. Je baby slikt de melk door en ademt in. Je baby kan ook een aantal keer melk doorslikken en dan pas inademen.
Het is belangrijk dat je baby goed leert drinken.
Zorg dat de omgeving waarin je gaat voeden rustig is qua licht en geluid.
Voordat je de fles gaat geven is het belangrijk om te controleren of je baby “voedingsbereid” is, dus klaar om te drinken.
Voor het voeden leg je de baby in een speciale houding. Deze houding lijkt op de natuurlijke drinkhouding aan de borst.
Zet jouw voeten op een voetenbankje, zodat je bovenbenen een beetje schuin zijn.
Leg je baby op zijn zijde op je schoot op een kussen of voedingskussen, met zijn billen tegen jouw buik en zijn knieën gebogen. Zorg dat zijn handen bij elkaar zijn, voor zijn borst.
Biedt de fles horizontaal aan, met een halfvolle speen en nodig je baby uit om de speen aan te happen door de zoekreflex te prikkelen.
Houdt de speen gevuld met melk en voorkom dat je baby de fles los laat en naar lucht gaat happen. Laat hem ongeveer 5 maal zuigen en dan rusten. Laat je baby goed pacen = tempo aanpassen, doseren. Indien hij niet zelf pauzeert, beweeg dan de speen naar de bovenste wang, zodat je baby zich niet verslikt.
Let op stresssignalen van je baby en pauzeer als het nodig is. Stressfactoren zijn bijvoorbeeld afwijkende ademhaling en saturatiewaarde (als je baby aan de monitor ligt), verkleuring, wegdraaien van het hoofd, fronsen en neusvleugelen.
Leg je baby voor het boeren rechtop tegen je schouder.
Er zijn verschillende soorten flessen/spenen te koop. Vraag de verpleegkundige/logopediste welke fles/speen zij adviseert te gebruiken bij jouw baby.
Omdat het aanbod regelmatig verandert, noemen we hier geen merk van flessen.
Op afdeling neonatologie worden de gespecialiseerde kinderverpleegkundigen ondersteund door logopedistes. Zij geven advies en begeleiding met preverbale (“voor het spreken”) logopedie.
10/20