
“Met de ouderdom komen de gebreken, zowel lichamelijk als geestelijk”. Juist dit laatste, de langzaam voortschrijdende geestelijke aftakeling, vormt misschien wel het grootste schrikbeeld voor de ouder wordende mens.
Dementie kan omschreven worden als het achteruit gaan van het geestelijk functioneren op een dusdanige wijze dat er belemmeringen ontstaan in het dagelijks functioneren. Het meest in het oog springende verschijnsel hierbij is vergeetachtigheid. Vooral het vergeten van dingen en zaken die kort tevoren gebeurd of gezegd zijn.
Het is bekend dat verschillende oorzaken en ziekten tot verschijnselen van dementie kunnen leiden. Iedereen die verschijnselen van dementie vertoont, dient door een arts te worden onderzocht. Het is van groot belang dat dit in een vroeg stadium gebeurt.
In het ziekenhuis bestaat de mogelijkheid voor onderzoek en eventuele behandeling van en begeleiding bij dementie en alle gevolgen daarvan voor de patiënt, zijn familie en zijn omgeving. Het specialisme klinische geriatrie staat voor: “de ziekteleer van de oudere mens”. Diagnostiek, behandeling en begeleiding kunnen zowel op de verpleegafdelingen in het ziekenhuis, op de afdeling geriatrie (GAAZ) als op de polikliniek geriatrie plaatsvinden. De klinisch geriaters zijn: mw. Althuisius, mw. van Engen, mw. Smit en mw. Wijma. Mw. Boeddha is werkzaam als internist ouderengeneeskunde. Op de GAAZ (Geriatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis) ligt de nadruk op het behandelen van mensen van 65 jaar en ouder.
Hoe u contact op kunt nemen met eerder genoemde functionarissen, de polikliniek en de GAAZ, staat achter in deze patiëntenfolder vermeld.
In ons land lijden er naar schatting zo’n 250.000 mensen aan een lichte tot ernstige vorm van dementie.
Er wordt geschat dat:
lijdt aan een bepaalde vorm van dementie.
Door de “vergrijzing” van de bevolking is het aantal personen met dementie de laatste jaren fors gestegen. In de Westerse wereld staat dementie in de top 5 van de belangrijkste doodsoorzaken. Het wordt dan ook “de ziekte van de eeuw” genoemd.
Er zijn verschillende vormen van dementie:
Dementie is een syndroom. Dat wil zeggen: een groep van symptomen of klachten die in combinatie voorkomt. De kern van de ziekte is steeds geheugenverval wat leidt tot stoornissen in het dagelijks functioneren. Om duidelijk te maken wat dementie is, is het van belang om inzicht te hebben in de werking van ons geheugen en hoe informatie wordt onthouden.
De mens heeft globaal gesproken twee soorten geheugens: een korte- en een lange termijn geheugen. Alles wat men op een bepaald tijdstip hoort, ziet, ruikt, proeft of voelt (de vijf zintuigen) komt eerst binnen in het korte termijn geheugen. De binnengekomen informatie wordt hier hooguit twintig à dertig seconden bewaard. Binnen deze tijd wordt een selectie gemaakt. Belangrijke informatie krijgt onze aandacht, de rest gooien we weg. Om iets langer te onthouden, moet de informatie overgebracht worden naar het lange termijn geheugen: het “feitelijke” geheugen.
In tegenstelling tot het korte termijn geheugen biedt het lange termijn geheugen ruimte aan oneindig veel informatie. Eenmaal opgeslagen blijft deze informatie voor het leven lang bewaard.
Het transport van het korte naar het lange termijn geheugen noemen we inprenten. Deze inprenting gaat niet vanzelf, het vraagt inspanning. Of we iets onthouden is afhankelijk van de aandacht die we hebben. De mate van deze aandacht wordt bepaald door: emoties (traumatische ervaring), het herhalen van informatie (leren voor een tentamen), een voorstelling maken van de informatie (een beeld vormen, visualiseren), associaties (verbinden aan iets bekends), het ordenen van informatie (leren van rijtjes), een betekenis toekennen aan de informatie en humor.
Bovenstaande uitleg over het geheugen maakt duidelijk dat onthouden geen automatisch verlopend proces is. Je moet er moeite voor doen, ook al ben je je hier tijdens het inprenten niet altijd van bewust.
Nu duidelijk is hoe ons geheugen werkt, is het gemakkelijker om de symptomen die behoren bij dementie te plaatsen.
1. Gestoorde inprenting
Als iemand door dementie getroffen wordt, is hij niet meer in staat informatie van het korte- naar het lange termijn geheugen te transporteren. De inprenting is gestoord. Hij/zij herinnert zich daarom niet meer wat hij/zij langer dan een halve minuut geleden heeft ervaren.
Er vanuit gaande dat informatie maar een halve minuut bewaard blijft, verklaart dat veel symptomen die horen bij een beginnende dementie. Het lezen van een krant wordt zo moeilijk: halverwege een artikel is men kwijt waar het ook al weer over ging. De weg vinden in een onbekende stad gaat nauwelijks omdat herkenningspunten niet onthouden worden. Ook de tijdsoriëntatie is gestoord. Logisch, want de tijd staat niet stil en om te weten hoe laat het is moet je meerdere keren op een klok kijken en deze informatie inprenten. Wat veel voorkomt is dat steeds dezelfde vraag wordt gesteld. Het lukt niet meer om te onthouden of men deze vraag al heeft gesteld, laat staan dat de dementerende nog weet wat de vraag van de ander was.
Kort samengevat zijn de directe gevolgen van de gestoorde inprenting:
Naast directe gevolgen zijn er ook bijkomende (indirecte) gevolgen. Vooral in de beginfase zijn dementerende mensen zich ervan bewust dat ze fouten maken en tot minder in staat zijn dan vroeger. Ze merken dat ze vooral aan het nieuwe en onbekende niet meer het hoofd kunnen bieden. Contacten met niet vertrouwde mensen en omgeving worden vermeden. Om maar geen fouten te maken, ondernemen ze minder dan vroeger en maken ze een meer passievere indruk. Fouten worden weggestopt en verborgen en moeilijke vragen worden ontweken. Een veel voorkomende reactie op beginnende dementie is somberheid. Als je continu geconfronteerd wordt met je fouten en misstappen slaat de twijfel aan jezelf toe. “Ik deug nergens voor en kan niks meer”.
Veel voorkomende indirecte gevolgen zijn:
2. Het oprollend geheugen
Naast een gestoorde inprenting raakt ook het geheugen zelf gestoord. De informatie die voor een langere tijd opgeslagen wordt in het lange termijn geheugen, rolt als het ware op. Het geheugen wordt wel eens vergeleken met een groot aantal dagboeken die we altijd bij ons dragen. Elke dag levert een nieuw dagboek op. Het geheugen bestaat dus eigenlijk uit een grote bibliotheek met boekenplanken. Als een persoon lijdt aan dementie en dus een gestoorde inprenting heeft, lukt het hem niet meer om deze dagboeken te schrijven; ze blijven leeg. Als de dementie voortschrijdt, blijven niet alleen de dagboeken leeg maar vervaagt ook de informatie uit de dagboeken die nog wel geschreven konden worden. Het lange termijn geheugen brokkelt af en wel van achter naar voren. De bibliotheek wordt als het ware overvallen door boekenwormen die de dagboeken met alle herinneringen opeten.
Dit afbrokkelen verloopt volgens een bepaald proces. Dagboeken met ingewikkelde informatie worden sneller opgeslokt. Hierbij valt te denken aan rekenen, boekhouden, koffie zetten en auto rijden. Wat ingewikkeld is verschilt van persoon tot persoon. Dagboeken die veel worden opgeslagen en geraadpleegd (herhaling), blijven langer beschikbaar. Het is net alsof de boekenwormen bang zijn hieraan te beginnen, omdat ze dan vaak worden gestoord. Ook dagboeken waarin gebeurtenissen staan die veel indruk gemaakt hebben, blijven langer gespaard. Hierbij valt te denken aan traumatische ervaringen (oorlog, de dood van een kleinkind).
De gevolgen die optreden door de verdwijnende dagboeken zijn, kort samengevat, de volgende:
De bovenstaande symptomen en gevolgen veranderen het leven van de getroffene compleet. Wat doet de dementie met de persoon zelf? Hoe beleeft de persoon de ziekte? En hoe reageert zijn omgeving op het veranderende gedrag?
Leven met en zorgen voor een dementerende is vaak niet gemakkelijk. Het gedrag dat de dementerende vertoont, is voor de omgeving vaak raadselachtig. Een aantal voorbeelden hierbij zijn: voortdurend dezelfde vragen stellen en zich niets meer herinneren van recente gebeurtenissen maar wel alles weten over het verre verleden; naar huis willen terwijl men thuis is; alles vergeten maar zelden klagen over vergeetachtigheid. Wat de naaste omgeving het meest verwart, is dat het gedrag de vroegere voorspelbaarheid mist.
Een aantal tips en adviezen kunnen helpen de omgang met een dementerende persoon te vergemakkelijken:
1. Toon respect
Praat niet over iemand waar de persoon zelf bij is en neem niet alles meteen over, maar alleen dat wat echt noodzakelijk is.
2. Probeer confrontaties met falen te voorkomen
Test niet steeds of iemand het antwoord weet, zoals bijvoorbeeld een vraag als: “Welke dag is het vandaag?”. Vertel iets waarop de ander kan reageren, zoals: “Het is woensdag vandaag, uw dochter komt vanmiddag op bezoek”. Als er iets fout gaat maak er dan geen punt van, maar zeg dat iedereen wel eens een foutje maakt. Het is prettiger voor de dementerende te horen wat hij/zij moet en kan doen, dan te horen wat niet mag.
3. Leer de grenzen kennen van de dementerende, maak gebruik van de mogelijkheden en bied hulp die nodig is bij de taken die hij/zij niet meer uit kan voeren
Laat de persoon dat wat hij/zij nog kan, ook zelf doen, ook al gaat het niet zo snel of precies als je zou willen. Maak vooral gebruik van de mogelijkheden van de dementerende oudere en probeer hem/haar zo min mogelijk te confronteren met zijn onmogelijkheden en beperkingen.
4. Probeer niet iets nieuws te leren en laat de omgeving en de gewoonten van iemand zo lang mogelijk hetzelfde
Als het leervermogen van de oudere met dementie is afgenomen of geheel is verdwenen, is het bijna niet mogelijk om hem/haar iets nieuws aan te leren. Stem alles zoveel mogelijk af op zijn/haar gewoonten.
Bij een opname in het ziekenhuis is alles vreemd, anders en nieuw. Dit kan een onveilig gevoel oproepen. Foto’s en/of dierbare spullen van de dementerende kunnen zorg dragen voor enig houvast. Ook regelmatig bezoek van vertrouwde personen (ook buiten het bezoekuur om) kan het gevoel van onveiligheid wegnemen.
5. Overleg of vertel wat je gaat doen
Vertel wat je gaat doen en betrek de dementerende bij de activiteit die je bij of in de nabijheid van de dementerende verricht.
Houd hetgeen je zegt simpel en heb het over een ding tegelijk. Voorbeeld: stel één vraag tegelijk, wacht het antwoord af en stel de volgende vraag. Ditzelfde geldt voor hetgeen je vertelt. Vertel één ding tegelijk, vraag om een reactie als dit de bedoeling is en vertel het volgende.
6. Gebruik humor in de omgang
Dementerenden zijn erg gevoelig voor sfeer. Als je vrolijk bent dan zal hij dit over het algemeen ook zijn. Probeer jouw slechte zin of boosheid over iets in de omgeving van de dementerende te vermijden. Hij/zij merkt dit snel.
7. Praat met de dementerende over dingen die hij/zij leuk vindt en laat hem/haar vooral dingen doen die hij/zij leuk vindt
Probeer altijd te achterhalen wat de dementerende leuk vindt om te doen. Informatie uit het verleden en het leven van de dementerende kan zeer nuttig zijn om contact te krijgen en te onderhouden.
8. Probeer je in te leven in de gedachte- en gevoelswereld van de dementerende oudere
Een dementerende oudere kan in gedachten in een hele andere wereld leven als jijzelf. Probeer achter die gedachte- en gevoelswereld van de dementerende oudere te komen en sluit daarbij aan.
Deze acht punten zijn een aantal tips die gebruikt kunnen worden in contact met de dementerende. Er zijn nog veel meer tips en adviezen die bij kunnen dragen aan het welzijn van de dementerende. Te veel om deze allemaal te noemen.
Een aantal praktische zaken zijn nog wel belangrijk om te vermelden:
Voor informatie en vragen over dementie of andere zaken met betrekking tot ouderdomsziekten en oudere (geriatrische) patiënten kunt u terecht bij:
Polikliniek geriatrie
Bravis ziekenhuis
Telefoonnummers:
locatie Bergen op Zoom: 088 – 70 67 852
locatie Roosendaal: 088 – 70 68 152.
Klinisch geriaters:
Mw. J.R. Althuisius
Mw. C.G.J. van Engen
Mw. S. Smit
Mw. G. Wijma
Internist ouderengeneeskunde:Mw. C.R. Boeddha
Geriatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis (GAAZ),
locatie Bergen op Zoom, telefoonnummer: 088 – 70 67 589
04/20