
Uw familielid of partner ligt in ons ziekenhuis. Hij/zij is opgenomen vanwege ziekte, ongeval en/of operatie. Zoals u waarschijnlijk gemerkt heeft, reageert uw familielid of partner niet zoals u van hem/haar gewend bent.
U bent mogelijk geschrokken van de toestand waarin u hem/haar aantrof. Daarom vinden wij het belangrijk u goed te informeren over dit voor u “vreemde” gedrag. Degene die u in zijn/haar “normale” doen kent, is nu onrustig. Het is moeilijk om een gesprek te voeren. Hij/zij begrijpt u niet en denkt op een andere plaats te zijn. Mogelijk heeft de verpleegkundige of de arts u verteld dat uw familielid of partner verward is. Deze vorm van verwardheid wordt ook wel delier of delirium genoemd.
Als de lichamelijke toestand verbetert, neemt de verwardheid af. De periode van verwardheid kan variëren van enige uren tot dagen. Soms kan het ook langer duren. Deze duur is afhankelijk van de volgende factoren:
Een delier of acute verwardheid kan vele oorzaken hebben. Misschien heeft u wel eens van een alcoholdelier gehoord. Dit is de meest bekende vorm van het delier. Echter ook iemand die nog nooit alcohol heeft gebruikt, kan een delier krijgen. Oorzaken kunnen zijn: grote operaties, ziekten aan het hart of de longen, ontstekingen, stoornissen in de stofwisseling of hormonen. Ook kunnen een ongeluk (hersenschudding/-kneuzing), medicijngebruik (bijvoorbeeld tegen de pijn), stress, angst of te weinig slaap bijdragen aan het ontstaan van het delier. Patiënten die ouder zijn dan 70 jaar hebben een hoger risico om acuut verward te raken. Van ouderen is bekend dat het evenwicht tussen lichamelijk, psychisch en sociaal welbevinden sneller uit balans kan raken.
De patiënt is niet zo helder als normaal. Het lijkt of de dingen langs hem/haar heen gaan in een soort dromerigheid.
Misschien heeft u net iets verteld wat hij/zij na korte tijd weer vergeten is. Realiseert u zich dat dit niet bewust gebeurt. Het geheugen kan iemand in de steek laten. Met name dingen die net of kort geleden gebeurd zijn, weet de patiënt dan niet meer. De patiënt weet misschien niet zo goed meer waar hij/zij is en is niet meer “bij de tijd”. Hij/zij is de grip op zichzelf en de omgeving kwijt. Dat kan de patiënt beangstigen. De reactie van de patiënt kan daardoor waakzaam, achterdochtig of zelfs agressief zijn. De patiënt kan zich ook stilletjes terugtrekken in tegenstelling tot wat u van hem/haar gewend bent.
De patiënt met een delier kan de werkelijkheid anders ervaren. Hij/zij ziet of hoort dingen die er niet zijn, bijvoorbeeld beestjes of stemmen/geluiden. Voor de patiënt zijn die beestjes of stemmen/geluiden er echt. Het heeft geen zin hier over in discussie te gaan.
De behandelend arts zal proberen zo snel mogelijk de oorzaken van het delier vast te stellen en deze te behandelen. De mogelijkheid bestaat dat de behandelend arts hiervoor advies vraagt aan de klinisch geriater. Dit is een arts die specifiek is opgeleid om gezondheidsproblemen van de oudere mens op te sporen en te behandelen. In veel gevallen zal de geriater de patiënt medicijnen geven om de verschijnselen van het delier te verminderen. Deze medicijnen kunnen worden gecombineerd met slaapmedicatie en medicatie waar de patiënt rustig van wordt.
De patiënt met een delier kan onrustig zijn, plukt aan het laken, probeert uit zijn/haar bed te stappen. Als hij/zij erg onrustig is, kan het nodig zijn om hem/haar te fixeren om te voorkomen dat de patiënt uit bed valt en zich beschadigt.
Fixeren gebeurt altijd in overleg met de familie.
In het contact met de patiënt kunnen een aantal punten belangrijk zijn. De patiënt kan hiermee gesteund worden in zijn/haar situatie en het contact kan verbeteren.
Bijvoorbeeld: “Heeft u lekker geslapen?” en niet “Heeft u lekker geslapen of lag u steeds wakker?”.
Heeft u nog vragen? Stel ze dan gerust aan een van de verpleegkundigen op de afdeling.
De vakgroep klinische geriatrie bestaat uit:
Mw. J.R. Althuisius, klinisch geriater
Mw. C.G.J. van Engen, klinisch geriater
Mw. S. Smit, klinisch geriater
Mw. G. Wijma, klinisch geriater
Mw. C.R. Boeddha, internist ouderengeneeskunde
De maatschap psychiatrie bestaat uit:
A.W.B. van Baars. psychiater
A. van Dalfsen, psychiater
B.P. Dieleman, psychiater
E. van Gorsel, psychiater
A.G.J. Koelman, psychiater
03/20