Emmelie Trommelen begon in coronatijd haar opleiding tot ic-verpleegkundige in het Bravis ziekenhuis. “Het was net na de eerste golf. Op de afdeling lagen mensen heel lang aan de beademing. Als ze wakker waren, kregen ze een buisje in de luchtpijp. Deze zogenoemde tracheacanule zorgt voor minder irritatie van mond en keel dan een tube. Alleen kun je daardoor niet praten”, legt Emmelie uit. “Tijdens een dienst verzorgde ik een patiënt met een tracheacanule. Hij probeerde me iets duidelijk te maken, maar ik begreep hem niet. Dat was zo frustrerend. Een collega vertelde me over de mogelijkheden van de spreekklep. Dat leek me een mooie oplossing.”
De patiënt kan praten
De spreekklep wordt op de tracheacanule geplaatst. Dankzij dit apparaatje gaat de uitgeademde lucht langs de stembanden en kan de patiënt praten. Emmelie werd zo enthousiast over de spreekklep dat ze besloot hier haar verbetervoorstel over te schrijven als afronding van haar ic-opleiding. “Ik heb alles over de spreekklep uitgezocht, maar wilde uiteindelijk dat het ook in de praktijk in het Bravis ziekenhuis gebruikt zou worden. Ik wist alleen niet hoe ik dat moest aanpakken. Daarom heb ik me aangesloten bij de Bravis Innovatie School (BIS). Mijn idee werd uitgekozen, waardoor ik hulp kreeg van Avans-studenten. Zij hebben een risicoanalyse gemaakt, een businesscase opgesteld en ander papierwerk uitgezocht. Daar was ik heel blij mee.”
Een prima kandidaat
In mei liep de BIS op zijn eind. “Op onze afdeling lag een vrouw met een tracheacanule. Zij was volledig helder en een prima kandidaat voor de spreekklep. Alleen hadden wij die nog niet in het ziekenhuis”, vertelt Emmelie. Dankzij BIS-coach Martijn Franken was de spreekklep binnen enkele dagen binnen en kon het hulpmiddel geplaatst worden. Emmelie kreeg daarbij de hulp van een gespecialiseerde collega van het Albert Schweitzer ziekenhuis in Dordrecht en twee medisch specialisten. “Het was heel gaaf om de vrouw te horen praten”, blikt Emmelie terug.
Klinische blik
Niet alle beademde patiënten komen in aanmerking voor de spreekklep. “Zij moeten de tracheacanule hebben, vrij helder zijn, goed kunnen slikken en slijm op kunnen hoesten”, somt Emmelie op. “Maar je gaat vooral op je klinische blik af. Inmiddels hebben vier patiënten de spreekklep gebruikt. Zij moeten daar ook aan wennen, daarom bouwen we het gebruik op. We hadden een patiënt die de eerste dag nog weinig sprak. Een dag later vertelde hij hele verhalen. Hij knapte zienderogen op. Natuurlijk komt dat vooral door de behandeling, maar ik ben ervan overtuigd dat ook de spreekklep hem beter maakt. En anders zijn vrouw wel. Dankzij dit hulpmiddel kunnen deze patiënten zich eindelijk uiten. Ze zitten echt opgesloten in hun eigen lichaam, waardoor ze gefrustreerd raken en in een neerwaartse spiraal terechtkomen.”
Waar is Emmelie?
Tot nu toe is Emmelie de enige ic-verpleegkundige die de spreekklep kan plaatsen. Maar daar komt snel verandering in. “Op 5 juli ga ik het team scholen, zodat alle verpleegkundigen de klep kunnen plaatsen. Dat is wel nodig. Een patiënt vroeg elke keer aan mijn collega’s: ‘Waar is Emmelie? Dan kan ik weer praten!’. Dat is toch het bewijs dat de spreekklep superfijn voor de patiënten is. Het niet kunnen praten is niet alleen voor hen ontzettend frustrerend, maar ook voor mij en mijn collega’s. Wij willen immers de juiste zorg bieden. Dat is moeilijk als je iemand niet begrijpt. Gelukkig hebben we nu een prima hulpmiddel.”